Begroting 2021-2024

Algemeen

Financiële toelichting


In juli 2020 heeft de gemeenteraad kennis genomen van de kaderbrief 2021 en de uitgangspunten daarvan  vastgesteld. Deze kaderbrief toonde een tekort over alle 4 jaren. Om een sluitende begroting 2021 en meerjarenbegroting 2022-2024 op te kunnen stellen, is het college gaan zoeken naar mogelijkheden om die tekorten om te buigen. Het volgende overzicht laat zien welke keuzes het college heeft gemaakt om de begroting sluitend te krijgen. Onder het overzicht staan deze wijzigingen toegelicht. Op de laatste regel is te lezen dat alle jaren 2021-2024 een positief begrotingssaldo hebben.

We houden in deze begroting geen rekening met de effecten van de septembercirculaire. De septembercirculaire is formeel geen toetsingscriterium, maar de provincie weegt deze wel mee in haar oordeel over het begrotingstoezicht. Over de septembercirculaire komt een raadsinformatiebrief die voor de raad beschikbaar is op het moment dat besluitvorming over de begroting aan de orde is.
Tevens hebben wij nog geen rekening gehouden met de effecten van afschrijving in 110 jaar van asfalt zoals voorgesteld in de Beheerplannen omdat deze termijn nog ter discussie staat bij betrokken partijen. De afschrijvingstermijn zoals verwerkt in de voorliggende begroting is daarom nog gebaseerd op 50 jaar.


Ombuigingen

In de voorbije jaren is breed gezocht naar mogelijke ombuigingen. Dat heeft geleid tot vele ombuigingen die met de raad zijn gedeeld.
Bij het opstellen van deze begroting is echter rekening gehouden met het mogelijk niet realiseren van een deel van deze ombuigingen. De risico’s die naar mening van het college financieel moeten worden vertaald in het financieel meerjarenperspectief tellen op tot circa € 600.000. Dit risico zit vooral bij het Sociaal Domein, de taakstelling op inkoop en de straatverlichting.

Het zoeken naar eventueel andere ombuigingen is onverminderd doorgegaan. Het college is echter van mening dat er weinig mogelijk is zonder effect te hebben op de dienstverlening van de gemeente aan inwoners en bedrijven. Om die reden zijn in onderstaande tabel onder 4. geen extra te realiseren ombuigingen opgenomen.

bedragen x € 1000

2021

2022

2023

2024

A

Saldo meerjarenbegroting na Kaderbrief

-2813

N

-3428

N

-2610

N

-2605

N

Actualiseren cijfers kaderbrief

1. Ombuigingen binnen begrotingsprogramma's

17

V

17

V

17

V

17

V

2. Nieuwe ontwikkelingen zoveel mogelijk terug naar 0 brengen

346

V

250

V

250

V

250

V

3. Financieel maken onzekerheden

-20

N

965

V

694

V

251

V

4. Heroverwegen afgewezen ombuigingen

-

-

-

-

5. Incidentele middelen structureel maken

a. Compensatieregeling voogdij en 18+ - Verhoging inkomsten

1.400

V

1.400

V

b. Compensatieregeling voogdij en 18+ - Vermindering uitgaven

1.000

V

1.000

V

1.000

V

c. Jeugdhulp

243

V

138

V

138

V

B

Totaal actualisatieslag op Kaderbrief (B)

1.744

V

3.875

V

2.099

V

1.656

V

C

Tussensaldo begroting na actualisatie Kaderbrief (A+B)

-1.070

N

447

V

-511

N

-949

N

D

Voorstellen college

6. Ruimte BTW-compensatiefonds

210

V

-

-

-

7. Autonome ontwikkelingen sociaal domein

-375

N

-750

N

-750

N

-750

N

8. Stelpost schuldreductie

1.435

V

1.586

V

1.384

V

1.384

V

9. Opbrengst fundamenteel bezuinigingstraject

-

PM

PM

10. Correctie op huidig IHP

62

V

-1

N

-65

N

-67

N

11. Overige begrotingsmutaties

99

V

-922

N

92

V

664

V

Totaal bestuurlijke keuzes (D)

1.431

V

-87

N

661

V

1.231

V

E

Saldo meerjarenbegroting inclusief incidentele effecten (C+D)

362

V

360

V

150

V

282

V

De Provincie Utrecht kijkt ook naar de incidentele lasten en baten. Deze zijn opgenomen en toegelicht onder het hoofdstuk Financiën, onder 'incidentele lasten en baten' vanaf pagina 166.

A. Saldo meerjarenbegroting in kaderbrief
Start van het begrotingsproces is het saldo uit de kaderbrief. In dit saldo is een aantal ontwikkelingen en actualisaties verwerkt die in de kaderbrief zijn toegelicht. Het saldo van de kaderbrief was € 2,8 mln. negatief.

1. Ombuigingen binnen begrotingsprogramma's
Dit bedrag bestaat enerzijds uit het verhogen van de legestarieven titel 3 (dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn) naar een gemiddeld niveau zoals gehanteerd in omliggende gemeenten
(€ 10.000) en anderzijds uit het niet meer herbenoemen van de burgerleden in de welstandscommissie
(€ 7.000).


2. Nieuwe ontwikkelingen zoveel mogelijk terug naar 0 brengen
Het voordeel van € 346.000 is vooral het gevolg van de latere startdatum voor de invoering van de Omgevingswet. Deze is nu gezet op 1 januari 2022. De besparing van € 250.000 voor de jaren vanaf 2022 is vooral te realiseren door substantiële wijzigingen  in onze dienstverlenings(processen) die voortvloeien uit de Omgevingswet, bijvoorbeeld de Intake- en Omgevingstafel. Deze zijn niet kostenneutraal te implementeren. Vanaf 2022 zal dit in de tariefstelling van de leges terug te vinden zijn.

3. Financieel maken van onzekerheden
Tijdens het opstellen van de kaderbrief was er nog onzekerheid over enkele op te voeren bedragen. Concreet betrof het hier de meicirculaire, fraudebestrijding, de regiotaxi en eerder opgevoerde ombuigingen die moeilijk te realiseren blijken te zijn. Het financieel maken van deze onzekerheden heeft geleid tot het volgende overzicht:

  • De meicirculaire gaf voor onze gemeente een voordeel van € 642.000;
  • Voor fraudebestrijding is een extra bedrag van € 96.000 noodzakelijk;
  • Op de kosten voor de regiotaxi is een besparing van € 35.000 realiseerbaar;
  • In 2021 is eenmalig rekening gehouden met een nadeel van € 600.000 door tegenvallers bij het realiseren van ombuigingen. Dit heeft vooral betrekking op de ombuigingen in het sociaal domein, die door Corona vertraging hebben opgelopen, en in mindere mate op straatverlichting en de taakstelling voor aanbesteden en inkopen.

4. Heroverwegen afgewezen ombuigingen
Het college heeft eerder afgewezen ombuigingsvoorstellen nogmaals beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat op dit moment aanvullende ombuigingen niet meer mogelijk zijn.

5. Incidentele middelen structureel maken
De gemeente heeft de laatste jaren diverse extra uitkeringen van het Rijk gekregen. Die hebben standaard een incidenteel (= eenmalig) karakter. In die gevallen waarvan bekend is hoe lang de gemeente deze uitkeringen nogmaals zal krijgen, zijn deze opgevoerd in de (meerjaren)begroting. Concreet gaat het om:

  • Compensatieregeling voogdij en 18+. Dit betreft € 1.400.000. De gemeente heeft deze uitkering in 2020 gekregen en het is, mede op basis van contact met het Ministerie, vrijwel zeker dat het Rijk deze uitkering ook in 2021 en 2022 verstrekt;
  • Op de kosten voor voogdij en 18+ heeft de gemeente jaarlijks grote tekorten. Hiervoor ontvangen we bovenstaande compensatie van het Rijk. Met ingang van 2022 wordt het Woonplaatsbeginsel aangepast  en we verwachten hierdoor structureel € 1 mln. minder uit te geven;
  • De extra toegevoegde incidentele middelen voor jeugdhulp uit de mei-circulaire 2019 hebben we conform landelijke richtlijnen doorgetrokken naar volgende jaren. Het gaat in 2022 om een bedrag van € 243.000 en in de jaren daarna steeds om € 138.000. Hiermee is de ombuigingsopgave op de inkomsten van het sociaal domein gerealiseerd.


6. Ruimte BTW-compensatiefonds
Het is in ons land gebruikelijk om de niet benutte ruimte van het (landelijke) BTW-compensatiefonds uit te keren aan gemeenten (en andersom: te korten op de Algemene uitkering als alle gemeenten gezamenlijk meer declareren dan er beschikbaar is).  De laatste jaren is het steeds tot een uitkering aan gemeenten gekomen.
Met de provincie is overeengekomen om in de begroting 2021 een bedrag op te nemen dat maximaal het bedrag is dat over het laatst afgesloten kalenderjaar is uitgekeerd. Het college heeft ervoor gekozen voorzichtigheidshalve op 75% daarvan te gaan zitten, zijnde € 210.000.


7. Autonome ontwikkelingen sociaal domein
We houden rekening met autonome ontwikkelingen binnen het sociaal domein, die gevolgen kunnen hebben voor de nieuwe inkoop, die per 1 juli 2021 wordt gerealiseerd. Daarom is vanaf 2022 gerekend met een verhoging van € 750.000 en voor 2021 de helft.

8. Stelpost schuldreductie/tegenvallers
In lijn met het door de raad aangenomen amendement Uitgangspunten Kaderbrief 2020-2023 is naar aanleiding van de septembercirculaire een stelpost schuldreductie/tegenvallers opgenomen. De achtergrond daarvan was tweeledig: (1) dit amendement en (2) een winstwaarschuwing van de gemeentefondsexperts dat de verwachte meevaller mogelijk (deels) niet gerealiseerd zou worden in de meicirculaire (de winstwaarschuwing werd onder andere ingegeven door mogelijk lagere Rijksuitgaven door de stikstofproblematiek).
De meicirculaire 2020 heeft echter geen daling laten zien, terwijl de kaderbrief grote tekorten liet zien.
Het college heeft er daarom voor gekozen deze stelpost in te zetten voor het sluitend maken van de begroting. Dit levert voor 2021 een voordeel op van € 1.435.000 en in de jaren daarna een bedrag in dezelfde orde van grootte.


9. Opbrengst fundamentele herijking begroting
De PM-bedragen die in de meerjarenraming staan opgenomen bij de jaren 2023 en 2024 verwijzen naar het aangekondigde traject over een nog op te stellen nieuwe toekomstvisie en de mogelijk hieruit voortvloeiende fundamentele herijking van de begroting.

10. Correctie op huidige Integraal HuisvestingsPlan onderwijs (IHP)
Het college werkt momenteel aan de herijking van het IHP. Deze herijking gaat onderdeel uitmaken van de kaderbrief 2022-2025. In afwachting van die herijking is de huidige planning geactualiseerd.  Dit leidt tot een voordeel van € 62.000 in 2021, een klein nadeel in 2022 en iets grotere nadelen in 2023 en 2024.

11. Overige mutaties

Bedragen x € 1000

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

salarissen

156

V

156

V

156

V

156

V

Woonvisie

-124

N

-124

N

Algemene uitkering

79

V

118

V

118

V

508

V

staat activa en MIP

218

V

25

V

52

V

134

V

stelposten kaderbrief

-102

N

-62

N

39

V

27

V

storting in reserve

-1172

N

autonome ontwikkelingen

-252

N

13

V

-149

N

-37

N

Totaal regel 11

99

V

-922

N

92

V

664

V

De regel ‘overige mutaties’ bevat diverse correcties die het gevolg zijn van de verdere uitwerking van het begrotingsproces zoals bijvoorbeeld de staat van salarissen, het toerekenen van uren in relatie tot overhead, afschrijvingskosten en rente aan producten.

Ten opzichte van de raming in de kaderbrief vallen de salariskosten lager uit de salarissen is in alle jaren rekening gehouden met een voordeel van € 156.000. De oorzaken hiervoor zijn lagere salarislasten door een minder grote stijging van de salariskosten dan verwacht

In deze begroting zijn extra middelen voor de Woonvisie opgenomen in de jaren 2023 en 2024; het gaat om een bedrag van € 102.000 in 2021 en 2022 oplopend naar € 124.000 in 2023 en de daarop volgende jaren. Voor de jaren 2021 en 2022 worden de extra middelen onttrokken aan de reserve Woonkwaliteit. Vanaf 2023 worden de extra middelen ten laste van de exploitatie gebracht. Eerder waren extra middelen toegekend bij de vaststelling van de Woonvisie in 2018, maar in verband met financiële tegenvallers was besloten deze niet in de begroting 2019 te verwerken. Het college heeft nu mogelijkheden gevonden om de middelen die noodzakelijk zijn om de Woonvisie goed uit te voeren, en de woningbouwopgave in de gemeente te realiseren, op te nemen in deze begroting.

Als correctie op de Algemene Uitkering is voor de jaren 2021 t/m 2024 respectievelijk  € 79.000 (V),
€ 118.000 (V), € 118.000 (V) en € 508.000 (V) opgenomen omdat in de begroting nog een stelpost areaaluitbreiding van woningen was opgenomen. De verwerking van de meicirculaire leidt ertoe dat dit bedrag kan vrijvallen ten gunste van de exploitatie. In 2024 is verder nog sprake van een incidentele correctie van € 390.000 op basis van de mei-circulaire 2020.

Het definitief verwerken van de staat van activa en het Meerjareninvesteringsplan (=MIP) leidt voor de jaren 2021 t/m 2024 tot voordelen van respectievelijk € 218.000 (V), € 25.000 (V), € 52.000 (V) en € 134.000 (V) opgenomen. Deze voordelen ontstaan vooral door het verschuiven van investeringen naar latere jaren.

De kaderbrief 2021-2024 had vooral een inventariserend karakter en daarin zijn aannames gedaan Correcties op stelposten in de kaderbrief zijn respectievelijk -/- € 102.000 (N), -/- € 62.000 (N), € 39.000 (V) en € 27.000 (V) voor de jaren 2021 t/m 2024. In de kaderbrief hebben we ons terughoudend opgesteld, dat leidt in deze begroting tot oplopende voordelen.

Het jaar 2022 laat ten opzichte van alle andere jaren een aanmerkelijk gunstiger resultaat zien. Verklaring hiervoor is een eenmalig voordeel van middelen voor jeugd (compensatieregeling en invoering woonplaatsbeginsel). De afgelopen jaren is de reservepositie van de gemeente vanwege de tekorten op de jaarrekening afgenomen, onder andere door tekorten in het sociaal domein, en daarom wordt een bedrag van € 1.172.000 toegevoegd aan de algemene reserve vanuit het oogpunt van financieel gezond beleid.

De overige correcties voor de jaren 2021 t/m 2024 leiden tot mutaties van respectievelijk -/- € 252.000 (N), € 13.000 (V)), -/- € 149.000 (N) en -/- € 37.000 (N).

Deze pagina is gebouwd op 10/13/2020 09:27:42 met de export van 10/13/2020 09:21:20