Wat zijn de ontwikkelingen?
- Inleiding
Binnen dit programma heeft de gemeente de opgave om inwoners goede ondersteuning en zorg te bieden en ook de financiële taakstelling te behalen die met de transities gepaard gingen. Deze opgave omschrijven we als de transformatie binnen het sociaal domein. De transformatie richt zich op een beweging, waarbij hulp en ondersteuning integraal samen met het gezin wordt ingezet en die meer aansluit bij het gewone leven en bij de eigen kracht van inwoners. Hiervoor versterken wij de sociale structuren in de dorpen, voeren medewerkers van de dorpsteams integrale gesprekken met inwoners en regelen ze integrale ondersteuning waar nodig. We regelen dat de gevraagde ondersteuning beschikbaar is, kwalitatief goed en direct inzetbaar. Keuzevrijheid voor onze inwoners is daarbij belangrijk.
De gemeente werkt met het model van de piramide van eigen kracht. In de top zien we de individuele voorzieningen. In het middenstuk de collectieve voorzieningen en de toegang tot de zorg en ondersteuning en in het onderste deel de versterking van de sociale structuren in onze dorpen. Op basis van de uitgangspunten van de nota "Samen leven, samen doen! Herijking beleidskeuzen sociaal domein" werken we samen met inwoners en ketenpartners, waarbij we focus aanbrengen op preventie (zie ook programma 6).
In bijgaand schema ziet u in welke programma’s de onderdelen van de transformatie staan. Daarnaast valt een klein deel van de activiteiten ook onder de programma’s 3, 4 en 9.
Er ligt een opgave om in een periode van vier jaar de inkomsten en uitgaven binnen het sociaal domein in balans te krijgen. We stelden daarvoor een Taskforce sociaal domein in. Door de coronacrisis vertraagde de acties. In 2021 zetten we onze acties verder in om de taakstelling binnen het sociaal domein te realiseren.
Hieronder gaan we in op ontwikkelingen op basis van nieuwe wetgeving en de opgaven binnen de transformatie.
- Wettelijke ontwikkelingen
Herijking gemeentefonds
Een belangrijk onderdeel van de herziening van de financiële verhoudingen is de herijking van het gemeentefonds. Een deel van het gemeentefonds is bestemd voor de taken van gemeenten in het sociaal domein. Dit geld moet beter worden verdeeld. Sommige gemeenten krijgen nu minder geld dan ze nodig hebben. De herijking richt zich op een herverdeling, niet op de omvang van de middelen. Hierdoor pakt de herijking voor sommige gemeenten positief uit, terwijl andere gemeenten minder middelen krijgen toebedeeld.
Wijziging woonplaatsbeginsel Jeugdwet
De inwerkingtreding van het nieuwe woonplaatsbeginsel is opnieuw uitgesteld, nu naar 1 januari 2022. In 2021 treffen we voorbereidingen voor de uitvoering van deze wetswijziging. De compensatieregeling die we ontvangen voor de voogdij/18+ onder de oude regeling, blijft een jaar langer gelden.
Wijziging Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (WGS)
Met ingang van 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (WGS) van kracht geworden. De bedoeling van de wet is om de wettelijke taak integraal uit te voeren. De schulden moeten niet alleen hanteerbaar worden gemaakt, maar er moet ook naar de omstandigheden worden gekeken waardoor de schulden zijn ontstaan. Preventie en nazorg zijn elementen die daar onlosmakelijk mee verbonden zijn. Per 1 januari vinden er wijzigen plaats in de WGS: vroegsignalering wordt in de wet verankerd. Alle signalen moeten worden opgepakt en er moet een aanbod komen tot een eerste gesprek over de mogelijke schulden. Om de veranderingen in de wet te borgen is in 2020 een start gemaakt de herziene WSG vorm te geven. De uitvoering van de herziene WGS ligt bij de RDWI, de RDWI voert de WGS binnen de gemeenschappelijke regeling uit.
- Verdere opgaven
A. (Boven)regionale Samenwerking
Norm voor Opdrachtgeverschap
Bij de uitvoering van taken op het gebied van de Jeugdwet is het van belang dat gemeenten regionaal en voor sommige taken bovenregionaal verband samenwerken. Vijf jaar na invoering van de Jeugdwet erkennen gemeenten de noodzaak tot niet vrijblijvende samenwerking. De opgave waar gemeenten namelijk voor staan is immers zo complex dat gemeenten dit niet alleen kunnen. Hiervoor willen de gemeenten – via de VNG – de niet-vrijblijvende regionale samenwerking vormgeven via een Norm voor Opdrachtgeverschap. Hiervoor moet in 2021 een regiovisie worden vastgesteld. In de regiovisie moet komen:
- Aan welke opgaven op het gebied van de Jeugdwet, Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen of nog breder (te denken valt aan Wmo) gezamenlijk wordt gewerkt.
- Welke functies regionaal en bovenregionaal worden gecontracteerd.
- Op welke wijze contractering, bekostiging en contractbeheer wordt vormgegeven.
- Op welke wijze de uitvoering van de opgaven wordt vormgeven (capaciteit).
- Op welke wijze de governance wordt vormgegeven.
Regionale contractering jeugdhulp en Wmo-begeleiding en contractbeheer
In 2020 is de Regionale Koers Inkoop jeugdhulp en Wmo-begeleiding vastgesteld. In 2021 contracteren we opnieuw de jeugdhulp en Wmo-begeleiding conform de Regionale Koers. Specifiek aandachtspunt hierbij is het verhogen van de kwaliteitseisen met selectiecriteria voor zorgaanbieders aan de poort. We versterken daarbij ook het regionale contractmanagement en –beheer. Verder worden de lokale teams van het Dorpsteam getraind op coördinatie op zorg. Dit bevordert dat zorgaanbieders bij de uitvoering van een overeenkomst (volledig) voldoen aan hun verplichtingen. De versterking maakt betere kwalitatieve en kwantitatieve monitoring- en sturing mogelijk. Dit draagt bij aan effectieve inkoop en kostenbewustzijn binnen het sociaal domein. Ook geeft het de mogelijkheid een goede invulling te geven aan het partnerschap met aanbieders, gericht op transformatie en innovatie.
Bovenregionale inkoop Essentiële functies
Per 1 april 2020 zijn de essentiële functies (de gesloten jeugdhulp, jeugdhulp gecombineerd met verblijf en onderwijs en de klinische ggz) gegund aan Yeph. Om ruimte te bieden aan professionals van de aanbieder om tot de beoogde transformatie te komen en de regionale transformatie een krachtige impuls te geven, hebben de samenwerkende Utrechtse jeugdregio’s besloten voor deze opdracht te werken met een taakgerichte financiering. Binnen het beschikbare budget moet de opdracht worden uitgevoerd. Er wordt versterkt ingezet op het voorkomen van verblijf en op verbeteren van het leefklimaat binnen het verblijf. Met deze inzet wordt betere en meer duurzame zorg bereikt doordat jongeren meer mogelijkheden hebben voor één-op-één gesprekken met begeleiding, er minder risico is op negatieve groepsdynamiek met meer groepsleiding en professionals minder uitvallen doordat het werk voor hen minder intensief wordt. Daarnaast is de verwachting dat de terugval binnen de EF verminderd wordt en dat er een sterk positief effect is op het welzijn van jongeren. Vanaf 2022 valt ook te verwachten dat het scenario een positief financieel effect heeft op de langere termijn. Op basis van monitoring van de effecten en aannames (gebleken transformatiekracht) bepalen we of het gekozen scenario, met de bijbehorende lokale middelen en inzet van middelen uit de Transformatieagenda Jeugd, in 2021 wordt voortgezet.
Transformatieagenda jeugdhulp
We continueren in regionaal verband het programma Transformatieagenda jeugdhulp. Dit programma is gericht op passende hulp voor het kind: dichtbij, op tijd, afgestemd. Dit programma wordt gefinancierd uit de transformatiegelden die we als regio hebben gekregen. Naast de transformatie binnen de Essentiële Functies en de nieuwe inkoop van jeugdzorg blijft coördinatie van zorg een van de speerpunten. Ook richt het programma zich in 2021 specifiek op het versterken van gezinsgerichte opvang om de afbouw van residentiële voorzieningen mogelijk te maken.
Voorbereiding Beschermd wonen
Vanaf 2021 verschuift de verantwoordelijkheid voor inwoners, die nu nog in beschermde woonvoorzieningen wonen, van de centrumgemeente naar de regiogemeenten. De financiële middelen komen vanaf 2022 gefaseerd lokaal beschikbaar. Op dit moment vindt binnen regionaal- en bovenregionaal verband overleg plaats over deze fasering en de consequenties hiervan. In 2020 maken we in U-16 verband financiële samenwerkingsafspraken. Zoals nu bekend wordt pas eind 2020 duidelijk hoeveel budget er beschikbaar komt voor deze taken.
In vervolg op de vastgestelde Regionale Koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang moeten wij een breed palet aan voorzieningen bieden. Van lichte vormen van begeleiding tot gespecialiseerde opvang en beschermd wonen. Hierbij is het onze opgave om meer dan nu andere mogelijkheden te benutten om ook deze inwoners een passende woonvorm te bieden. Dit vormt een onderdeel van het programma Wonen en Zorg (zie programma 6). Aandacht voor draagvlak bij omwonenden blijft van belang. In 2020 wordt een lokaal uitvoeringsplan over wonen en zorg ter besluitvorming voorgelegd aan de raad. Hierin is onze lokale opgave verder uitgewerkt. Aan deze opgave werken we intensief samen op regionaal en bovenregionaal niveau.
Strategische Kaders Participatiewet
In 2021 voeren we de Participatiewet uit als onderdeel van de brede ondersteuning binnen het sociaal domein in onze regio. We verlenen meer passende (lokale) begeleiding aan onze inwoners die zonder begeleiding geen kans hebben op werk.
We maken nadere afspraken in de regio over de uitvoering van verschillende onderdelen van de Strategische Kaders. Dit kan gevolgen hebben voor het budget in 2021.
Huishoudelijke Hulp
Binnen de regio Zuidoost Utrecht hebben de afzonderlijke gemeenten lokale overeenkomsten voor Wmo-huishoudelijke hulp. Net als bij de Wmo-hulpmiddelen en de Wmo-begeleiding gaan we in 2021 deze vorm van ondersteuning gezamenlijk inkopen om door middel van innovatie meer grip op deze vorm van ondersteuning krijgen.
Fraudebestrijding
Vanuit de Wmo en Jeugdwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor een actieve fraudebestrijding. Onderzoek wijst uit dat dit bij lokale inrichting 1,2 fte capaciteit vergt en een investering van € 96.000. Hiertegenover staat een kostenbesparing. Wij bezien momenteel in regionale samenwerking op welke manier wij hier gezamenlijk effectief en efficiënt invulling aan kunnen geven. De focus ligt hierbij op persoonsgebonden budgetten (pgb's).
Sturingsinformatie
Binnen de regio Zuidoost Utrecht zijn regionale indicatoren voor Jeugdhulp en Wmo vastgesteld. We ontwikkelen het ontsluiten van de informatie door en bekijken hoe we de dataverzameling in de regio verder kunnen harmoniseren.
B. Lokale opgaven
Jeugdagenda
Om de beweging van individuele maatwerkvoorziening om te buigen naar “het gewone leven”, waarbij zo thuis mogelijk opgroeien centraal staat, geven we in de gemeente uitvoering aan de Jeugdagenda, waarin we focuspunten benoemen.
Minimabeleid
Een laag inkomen mag voor inwoners geen belemmering zijn om deel te kunnen nemen aan de samenleving. Als gevolg van Covid-19 is de verwachting dat er een groter beroep wordt gedaan op de regelingen en dat kan ook zo zijn als gevolg van de mogelijke opstart van vroegsignalering. Het voornemen is het minimabeleid in 2021 te evalueren met mogelijke veranderingen effectief in 2022.
Stichting Sociale Dorpsteams
Naast de coördinatie van zorg en het verder borgen van de kwaliteit van de Sociale Dorpsteams richten we ons op duidelijke afspraken en sturing op de opdracht van de stichting. Als gevolg van de herijking binnen het sociaal domein passen we eventueel de welzijnsopdracht en de opdracht jeugd-en jongerenwerk van de stichting aan (zie ook programma 7).
Doelgroepenvervoer
De provincie bouwt de subsidiebijdrage voor het brede doelgroepenvervoer de komende jaren af naar nul in 2023. Voor de toekomstbestendigheid van het doelgroepenvervoer onderzoeken wij komend jaar lokale en regionale alternatieven of andere invulling van huidig vervoersaanbod. De pilot Reiskoffer maakt daar deel van uit (zie programma 7).
C. Corona
Invloed op de vraag naar ondersteuning en zorg
Door de maatregelen rond Covid-19 heeft de ondersteuning en zorg onder druk gestaan. Ook de preventieve inzet en de vroegtijdige signalering binnen het veld was niet optimaal. De vraag is of dit op de langere termijn effecten heeft op de vraag naar hulp en ondersteuning. Vanuit diverse ketenpartners krijgt de gemeente signalen dat zij na de coronacrisis een boeggolf in de vraag naar zorg en ondersteuning verwachten.
Gevolgen recessie op werk en inkomen
Afhankelijk van de duur van de coronacrisis in 2020 worden de gevolgen voor werk en inkomen duidelijker. Naar verwachting daalt de Nederlandse economie in 2021 met ongeveer 6% (CBS, 2020). Dat gaan we binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug onherroepelijk merken. De instroom van bijstandsklanten stijgt en de uitstroom naar werk wordt waarschijnlijk lager. De verwachting is dat vooral groepen als Zelfstandig ondernemers (ZZP-ers), jongeren en laag opgeleiden de klappen van de crisis voelen doordat zij bijvoorbeeld hun baan verliezen.
De verwachting is dat in het eerste kwartaal van 2021 een stijging plaatsvindt van het aantal aanvragen. In 2021 moeten we ernaar streven de instroom in het sociale vangnet zo klein mogelijk te houden, de uitstroom naar werk te optimaliseren en inwoners met een korte afstand tot de arbeidsmarkt zo snel mogelijk weer naar de arbeidsmarkt te begeleiden.