Inleiding
Deze paragraaf biedt op basis van een risico-inventarisatie en -simulatie en een overzicht van financiële kengetallen, inzicht in de financiële positie van de gemeente Utrechtse Heuvelrug.
Uit de uitgevoerde risicosimulatie blijkt dat het weerstandsvermogen van de gemeente over 2021 het oordeel 'uitstekend' krijgt. De financiële kengetallen laten verder zien dat de schuldpositie hoog blijft, maar iets minder ongunstig verloopt dan afgelopen jaar.
Risico's
De doelstellingen en ambities van de gemeente kunnen worden verstoord door risico’s. Een risico is een onzekere gebeurtenis die kan leiden tot het afwijken van de gestelde doelstellingen en eisen. Voorbeelden van risico's zijn financiële risico’s van projecten of het verloren gaan van onroerende en roerende zaken.
Alle risico's die de gemeente loopt, vormen gezamenlijk het risicoprofiel (zie volgende onderdeel) van de gemeente. Het is belangrijk dat de gemeenteraad bewust is van deze risico’s en hierop actief stuurt door maatregelen voor te bereiden en te nemen om de risico's te voorkomen of de gevolgen van risico's te beperken.
Risicomanagement
Het doel van actief risicomanagement is te voorkomen dat elke financiële tegenvaller direct van invloed is op het lopende beleid en de exploitatie. Hierdoor komen de reguliere dienstverlening en ambities niet gelijk in het gedrang.
De manier waarop de gemeente met risico's omgaat, is afhankelijk van zijn risicohouding. In de Nota weerstandsvermogen en risicomanagement is vastgesteld op welke wijze de gemeente Utrechtse Heuvelrug haar risico's wil beheersen. De gemeente kan op 4 maatregelen nemen om risico's te beheersen:
- voorkomen of vermijden van risico's (bijv. door activiteiten te staken of beleid te veranderen);
- verminderen of beperken van risico's (bijv. door preventieve of corrigerende maatregelen)
- overdragen van risico's (bijv. door verzekeren);
- accepteren.
Weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is de financiële omvang van onderkende risico’s nadat beheersmaatregelen zijn genomen (dit zijn niet afgedekte risico's ook wel het restrisico genoemd) en na berekening van de kans op voordoen en het financieel gevolg hiervan.
In hoeverre de gemeente in staat is de gevolgen van deze niet afgedekte risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering in gevaar komt, wordt uitgedrukt met het begrip beschikbare weerstandscapaciteit . Hieronder verstaan we de financiële middelen en mogelijkheden die de gemeente heeft om onverwachte, niet begrote kosten te kunnen dekken. De financiële middelen en mogelijkheden bestaan onder andere uit het vrij aanwendbare gedeelte van de algemene reserve, de onbenutte belastingcapaciteit en de post onvoorzien die in de begroting is opgenomen (zie Nota weerstandsvermogen en risicomanagement).
Weerstandsvermogen
De verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit wordt weerstandsvermogen genoemd en wordt uitgedrukt in een ratio. Hoe hoger deze verhouding, hoe beter de gemeente in staat is de niet-afgedekte risico's op te vangen zonder gevolgen voor beleid en doelstellingen.
Risicoprofiel
Jaarlijks worden de risico’s geïnventariseerd, geactualiseerd, voorzien van beheersmaatregelen en gekwantificeerd.
Actualiteit: Corona-pandemie
Een evident nieuw risico zijn de gevolgen van de Corona-pandemie. De uitbraak van het COVID19-virus in ons land begin 2020 en de maatregelen die hiervoor (landelijk) zijn getroffen, hebben grote maatschappelijke en economische gevolgen voor het land maar ook voor onze gemeente. De gemeente is dit jaar geconfronteerd met hogere kosten en lagere inkomsten als gevolg van deze situatie. Zover de gevolgen zich nog niet hebben voorgedaan, is er sprake van (financiële) risico's. Door de onbekende duur, het grillige en ongelijke verloop van de epidemie in ons land en in de rest van de wereld, hebben de voorspellingen over de toekomstige omvang en kans van deze risico's veel onzekerheid.
Op basis van (eigen) onderzoeken en landelijke publicaties is te verwachten dat de belangrijkste risico's als gevolg van de Corona-crisis zich voor doen op de volgende taken van de gemeente vanaf 2020 (niet uitputtende opsomming):
Risico op hogere lasten: |
---|
Tevens zijn er risico's op de gegarandeerde geldleningen: indien instellingen zelf niet meer aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen, dan kunnen schuldeisers onder voorwaarden vorderingen opeisen bij de gemeente. |
Risico op lagere baten: |
|
Tegenover genoemde risico's met een negatief financieel effect staan diverse compensatieregelingen van het rijk, waarbij het op dit moment onzeker is of alle meerkosten worden vergoed.
Top 10 risico's
Het risicoprofiel van de gemeente is berekend aan de hand van in totaal 26 geïnventariseerde en gekwantificeerde financiële risico’s. Hieronder is de top 10 van meest invloedrijke risico's voor het begrotingsjaar 2021 opgenomen. Er is een aantal risico's dat zich kan voordoen na 2021 en waarmee (financieel) nog geen rekening is gehouden bij de berekening van het financiële risico.
Tabel: Top 10 grootste financiële risico's
Risico nummer | Risico | Gevolgen | Maatregelen | Kans | Financieel gevolg | Invloed |
---|---|---|---|---|---|---|
R367 | Verwijdering afval en verontreiniging drugslab | Financieel - Hogere kosten | Actief - Beslaglegging op eigendom en banktegoeden voor kostenverhaal. | 75% | max.€ 1.000.000 | 30.82% |
R361 | Corona-uitbraak en de gevolgen voor onder andere het sociaal domein, handhaving en veiligheid, belastingen, sport, recreatie en cultuur. | Financieel - Hogere uitgaven of lagere inkomsten voor genoemde taken als totaal geschat. | 70% | max.€ 1.000.000 | 15.54% | |
R335 | Belastingdienst vordert BTW terug op sportvoorzieningen. | Financieel - Terugvordering leidt tot hogere lasten voor taakveld sport / sportvoorzieningen | Suggestie - Inzetten van fiscale en juridische specialisten. | 30% | max.€ 1.000.000 | 6.69% |
R353 | De behoefte aan Wmo voorzieningen stijgt nog verder. | Financieel - Het betreft een open einde regeling, waarbij de toegang ligt in maatwerk in de gesprekken tussen inwoners en consulenten dorpsteams. Daarbij worden de gevolgen zichtbaar van beperkingen in de toegang tot de Wet Langdurige zorg. | In voorbereiding - Door het versnellen van de transformatie en meer inzet op preventie de behoefte aan jeugdzorg verminderen. Voor de begroting 2020 stelden wij de budgetten bij op basis van een geactualiseerde prognose. Als gevolg van de negatieve bijstelling van deze prognose is de kans op stijging van d e uitgaven verlaagd van € 1.000.000 naar € 500.000. | 50% | max.€ 500.000 | 5.57% |
R352 | De behoefte aan jeugdhulp stijgt nog verder. | Financieel - Het gevolg van een stijging in volume is dat de uitgaven voor de jeugdhulp nog verder stijgen. Het betreft een open einde regeling, waarbij de toegang ligt in maatwerk in de gesprekken tussen inwoners en consulenten dorpsteams, huisartsen, jeugdartsen en kinderrechters. | Actief - Door het versnellen van de transformatie en meer inzet op preventie de behoefte aan jeugdzorg verminderen. Voor de begroting 2020 stelden wij de budgetten bij op basis van een geactualiseerde prognose. Als gevolg van de negatieve bijstelling van deze prognose is de kans op stijging van de uitgaven verlaagd van € 1.000.000 naar € 500.000. | 50% | max.€ 500.000 | 5.55% |
R366 | Strategische kaders Participatiewet | Financieel - Op dit moment is er sprake van compensatie van tekorten. Als de risicodeling wijzigt, dan zal dat leiden tot een lagere compensatie. Een mogelijke verlaging van het re-integratiebudget kan gevolgen hebben voor het budget voor de RDWI. | In voorbereiding - Met de regiogemeenten wordt een voorstel voorbereid voor een herziening van de risicodeling én een mogelijke aangepaste inbreng voor het re-integratiebudget. | 30% | max.€ 800.000 | 5.37% |
R54 | Een lager kwaliteitsniveau van openbare ruimte en groenvoorzieningen leidt tot imagoschade en/of een toename van klachten. | Financieel - Kans op toename claims, Imago - Lager kwaliteitsniveau openbare ruimte en/of toename aan klachten | In voorbereiding - Communicatie op de gemeentesite plaatsen en actief communiceren om het vastgestelde ambitieniveau van de gemeente duidelijk te maken voor bewoners en bedrijven. Aan de raad zijn bij de kaderbrief middelen gevraagd om noodzakelijk onderhoud en vervanging uit te voeren. Besluit is nog niet bekend. | 75% | max.€ 300.000 | 5.02% |
Omvang en ontwikkeling financiële risico's
Maximale (ongewogen) financiële gevolg | Begroting 2021 | Jaarrekening 2019 | Wijziging |
---|---|---|---|
tien grootste risico's | € 6.325.000 | € 5.975.000 | € 350.000 |
overige risico's | € 2.180.000 | € 1.687.000 | € 493.000 |
totaal | € 8.505.000 | € 7.662.000 | € 843.000 |
Per saldo is het risicoprofiel van de gemeente met € 0,8 miljoen toegenomen (verslechterd) ten opzichte van de laatste actualisatie bij de jaarrekening 2019.
Toelichting belangrijkste ontwikkelingen 10 grootste financiële risico's
Er is ten opzichte van de laatste actualisatie bij de jaarrekening 2019 een aantal wijzigingen in de top 10.
Nieuwe risico's (3) in de top 10:
- De sanering van het terrein waar een drugslab stond;
- De Corona-uitbraak en de maatschappelijke en economische gevolgen hiervan;
- De uitwerking van de regionale strategische kaders van de Participatiewet.
Verdwenen risico's (3) uit de top 10:
- De daling van de algemene uitkering;
- Nieuwe tarieven van jeugd- en Wmo-hulp;
- Claim van een derde partij.
Risico's buiten top 10
Er is een aantal risico's buiten de top 10 die (nog) geen financieel gevolg hebben maar die wel het vermelden waard is.
Personeelsvacatures
De vervulling van vacatures verloopt voor sommige functies moeizaam of levert niet het gewenste resultaat op door de arbeidsmarktsituatie in de afgelopen jaren. Dit kan leiden tot meerkosten voor inhuur en of (tijdelijke) daling van prestaties. Dit financiële risico is inherent aan de bedrijfsvoering en niet als risico gekwantificeerd; het is een voorziene gebeurtenis waarvoor beperkt budgetten zijn begroot. In 2021 wordt onderzocht hoe het resultaat kan worden verbeterd (zie paragraaf Bedrijfsvoering).
IHP
Het integraal huisvestingsplan onderwijs (IHP) word in het voorjaar van 2021 herijkt. Dit wordt meegenomen in de kadernota 2022 en heeft nog geen financieel gevolg in 2021.
Herverdeling uitkering Gemeentefonds
De herverdeling van de algemene uitkering aan gemeenten door het Gemeentefonds zou in 2020 worden afgerond en in 2021 tot wijzigingen leiden in de uitkering. Door de Corona-pandemie is dit met een jaar uitgesteld, zowel voor het onderdeel sociaal domein als voor het klassieke onderdeel. Dit wordt meegenomen in de kadernota 2022 en heeft nog geen financieel gevolg in 2021.
Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit wordt berekend aan de hand van de geïnventariseerde financiële risico’s en de zogenaamde ‘Monte Carlo simulatie’. Dit is een gewogen risicosimulatie waarbij rekening is gehouden met de kans op voordoen van een risico en het ingeschatte financiële effect, met de aanname dat de risico’s zich niet allemaal gelijktijdig en in hun maximale omvang voordoen.
Voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit is een Monte Carlo simulatie uitgevoerd met een waarschijnlijkheidspercentage van 90%. Hieruit volgt dat met een waarschijnlijkheid van 90% kan worden gesteld dat de benodigde weerstandscapaciteit € 3.207.314 bedraagt.
Berekening beschikbare weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserve, de onbenutte belastingcapaciteit en de stelpost onvoorziene uitgaven, zoals in de Kadernota weerstandsvermogen en risicomanagement door de raad is vastgesteld.
Tabel 2: Berekening beschikbare weerstandscapaciteit | (Bedragen x €1.000) | ||
Omschrijving | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|
Algemene reserve (Vrij aanwendbaar) | 14.232 | 12.061 | 8.172 |
Onvoorziene uitgaven | 123 | 124 | 124 |
Onbenutte belastingcapaciteit | 5.916 | 5.437 | 5.346 |
Totale weerstandscapaciteit | 20.271 | 17.622 | 13.642 |
De afname van de algemene reserve en de onbenutte belastingcapaciteit zorgen voor een lagere weerstandscapaciteit.
Eind 2019 was het saldo van de algemene reserve € 10,2 miljoen. Dit saldo is onder andere gemuteerd door de onttrekking aan de reserve van het negatieve jaarrekeningresultaat 2019 ad € 3,6 miljoen. De verhoging van de OZB-tarieven in 2020 hebben geleid tot een iets lagere onbenutte belastingcapaciteit.
Beoordeling van het weerstandsvermogen
Om te bepalen of het huidige weerstandsvermogen toereikend is, wordt de benodigde weerstandscapaciteit (die uit de risicosimulatie voortvloeit) afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van deze berekening vormt het weerstandsvermogen en wordt uitgedrukt in een ratio. Daarbij geldt: hoe hoger de ratio, hoe groter het vermogen om weerstand te bieden aan de financiële gevolgen van optredende risico’s.
Voor de beoordeling van de ratio wordt een norm gehanteerd die door bureau Naris in samenwerking met de Universiteit Twente is ontwikkeld. Deze norm wordt landelijk veel toegepast bij gemeenten.
Tabel 3: Weerstandsnorm | ||
---|---|---|
Waarderingscijfer | Ratio | Betekenis |
A | > 2.0 | Uitstekend |
B | 1.4-2.0 | Ruim voldoende |
C | 1.0-1.4 | Voldoende |
D | 0.8-1.0 | Matig |
E | 0.6-0.8 | Onvoldoende |
F | < 0.6 | Ruim onvoldoende |
Voor de begroting 2021 is de ratio voor het weerstandsvermogen 4,25
Berekening:
Ratio weerstandsvermogen = | Beschikbare weerstandscapaciteit | = | € 13.642.000 | = 4,25 |
---|---|---|---|---|
Benodigde weerstandscapaciteit | € 3.207.314 |
Tabel 4: Berekening ratio weerstandsvermogen: | (bedragen x € 1.000) | ||
Omschrijving | Werkelijk 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|
Beschikbare weerstandscapaciteit | 15.642 | 17.622 | 13.642 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 2.899 | 2.887 | 3.207 |
Ratio weerstandsvermogen | 5,40 | 6,10 | 4,25 |
De meest recente berekening van de ratio weerstandsvermogen was bij de jaarrekening 2019 en bedroeg 5,40.
De wijziging van de ratio van de begroting 2021 (4,25) is de resultante van een lagere beschikbare weerstandscapaciteit ( a.g.v. afname van de algemene reserve door het negatief rekeningresultaat 2019 en lichte daling van de onbenutte belastingcapaciteit) en een hogere benodigde weerstandscapaciteit (op basis van het geactualiseerde en toegenomen risicoprofiel).
Op basis van de landelijke norm kwantificeren we het weerstandsvermogen als 'uitstekend'.
Hierbij dient twee kanttekeningen te worden gemaakt.
Door negatieve jaarrekeningresultaten is de weerstandscapaciteit in de afgelopen jaren gedaald. Tegelijkertijd zijn de risico's in financiële omvang toegenomen. Deze tegengestelde beweging betekent dat de weerstandsratio in deze periode gestaag is gedaald van 8,58 in de jaarrekening 2017 naar 4,25 in de begroting 2021. Deze negatieve trend is te keren door de beïnvloedbare risico's zoveel mogelijk a) te kwantificeren en b) terug te dringen en te beheersen enerzijds, en de jaarrekening met een positief resultaat af te sluiten anderzijds. Voor dit laatste is allereerst een structureel meerjarig begrotingsevenwicht vereist, en vervolgens budgetdiscipline in de realisatie van de begroting.
Een tweede kanttekening is de onbenutte belastingcapaciteit. Over deze capaciteit kan slechts worden beschikt indien de tarieven tot het niveau van het redelijk peil conform artikel 12 lid 2 van de Financiële-Verhoudingswet (Fvw) worden verhoogd. Aangezien de tarieven voor afval en riool kostendekkend zijn, betreft dit vooral het OZB-tarief.
Financiële kengetallen
In artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten is bepaald dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van de begroting en het jaarverslag financiële kengetallen worden opgenomen voor:
De netto schuldquote, de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, de solvabiliteitsratio, de structurele exploitatieruimte, de grondexploitatie en de belastingcapaciteit. De definities zijn landelijk vastgelegd.
Deze kengetallen geven inzicht in de financiële positie van de gemeente op basis van de balans.
Kengetallen | Realisatie | Begroting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
1a. Netto schuldquote | 127,2% | 127,8% | 123,7% | 123,8% | 126,5% | 125,9% | |
1b. Netto schuldquote gecorr. voor alle verstrekte leningen | 122,9% | 123,7% | 123,1% | 123,1% | 125,8% | 125,3% | |
2. Solvabiliteitsratio | 5,0% | 5,5% | 6,0% | 7,8% | 7,9% | 8,1% | |
3. Grondexploitatie | 4,5% | 6,3% | 1,4% | 2,2% | 3,1% | 3,5% | |
4. Structurele exploitatieruimte | -2,4% | 0,1% | 1,0% | 1,6% | 0,3% | 0,4% | |
5. Gemeentelijke belastingcapaciteit | 125,1% | 132,6% | 135,4% | 135,4% | 135,4% | 135,4% |
De netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de totale schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie van de mate waarin de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Een laag percentage is gunstig. De VNG heeft bij de netto schuldquote aangegeven dat de grens van 100% aangeeft of er sprake is van een gezonde financiële balans en dat er tussen de 100% en 130% sprake is van een risico. De VNG adviseert om 130% als maximum te hanteren en daarboven de schuld af te bouwen. Daarbij is aangegeven dat deze percentages niet hard zijn, omdat het met name om het verhaal achter de cijfers gaat.
Hoewel de netto schuldquote nog steeds hoog is, is deze ten opzichte van de begroting 2019 verbeterd (begroting 2019, jaarschijf 2020: 165%). Dit wordt veroorzaakt door:
- Een lagere nettoschuld door bezuinigingen, verkoop activa en gronden en minder investeren.
- Hogere baten door meer inkomsten uit de OZB, verkoop panden en gronden en resultaat grondexploitaties.
De netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Omdat er bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal, zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden, te berekenen. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast.
De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden wordt berekend, is gelijk aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen worden opgenomen.
In de onderstaande tabel is zichtbaar gemaakt wat de waardes zijn voor dit kengetal. Deze liggen in 2020 iets lager dan de reguliere nettoschuldquote, doordat 4,8 miljoen euro aan leningen is uitgezet. In 2021 wordt een groot deel afgelost, waardoor vanaf 2021 deze quotes dicht bij elkaar liggen.
De solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin wij in staat zijn om aan onze financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 van het BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten. De VNG heeft hier als gezonde norm een percentage van 20% genoemd.
In de onderstaande tabel is zichtbaar gemaakt wat de waardes zijn voor dit kengetal. Deze maakt zichtbaar dat de solvabiliteit licht verbetert, maar zwak blijft.
De grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten.
De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
Het is dus belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is dat een grondexploitatie kan bijdragen aan de verlaging van de schuld. Staat de grond tegen een te hoge waarde op de balans dan moet die worden afgewaardeerd en dat leidt tot een lager eigen vermogen en dus een lagere solvabiliteitsratio.
In de onderstaande tabel is zichtbaar gemaakt wat de waardes zijn voor dit kengetal. Dit maakt zichtbaar dat de risico's die wij lopen in de grondexploitaties ten opzichte van de totale baten relatief gunstig is. Doordat de huidige grondexploitaties in 2020 aflopen, is de waarde vanaf 2021 0%.
De structurele exploitatieruimte
Dit kengetal is van belang voor de beoordeling van de structurele ruimte die een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is.
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves te delen door de totale baten. De uitkomst wordt uitgedrukt in een percentage.
De jaarrekening 2018 sloot met een tekort en de begroting 2019 had een negatief begrotingssaldo. Vanaf de begroting 2020, is in lijn met uw amendement Uitgangspunten Kadernota 2020-2023 ruimte een overschot gerealiseerd in het financieel meerjarenperspectief. Dit resulteert in een positieve ontwikkeling op deze ratio. Tegelijkertijd is deze beperkt in relatie tot de risico's (bijvoorbeeld de open einde regelingen).
De belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Dit begrip heeft een andere definitie dan het begrip onbenutte belastingcapaciteit uit de paragraaf Lokale heffingen en is daarmee niet vergelijkbaar
De definitie van het kengetal belastingcapaciteit is:
Woonlasten van een meerpersoonshuishouden in het begrotingsjaar ten opzichte van het landelijk gemiddelde in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar, uitgedrukt in een percentage. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente.
Voor een verdere toelichting op het onderdeel belastingcapaciteit verwijzen we naar de paragraaf lokale heffingen en de onderstaande beoordeling.
Beoordeling kengetallen in relatie tot de financiële positie
Voor een duiding van de financiële positie moeten de financiële kengetallen in onderlinge samenhang en binnen de specifieke context van de gemeente worden bezien.
Als we zowel de netto schuldquote als de solvabiliteit beoordelen ten opzichte van de normering die de VNG af heeft gegeven dan kunnen we stellen dat sprake is van een zorgelijke financiële situatie. Er zijn tevens weinig mogelijkheden om leningen af te lossen door bijvoorbeeld het verkopen van gronden en gebouwen. Zolang de rente gedragen kan worden binnen de meerjarenbegroting is er nog niet direct een reden voor paniek. Wel is er sprake van een kwetsbaarheid (renterisico) en is de opgave daarom om de schulden de komende jaren te verminderen.
De ratio voor de grondexploitatie laat zien dat we op dit moment in beperkte mate financiële risico’s lopen bij de grondexploitaties. Waar nodig zijn voor voorziene exploitatietekorten voorzieningen getroffen. De VNG noemt een signaleringswaarde van 10% waarboven de grondexploitaties als kwetsbaar worden gezien.
Aan de ratio structurele exploitatieruimte is te zien dat onze flexibiliteit om structurele tegenvallers op te vangen stijgt, maar zeer beperkt is in relatie tot risico's (bijvoorbeeld open einde regelingen).
De gepresenteerde ratio bij belastingcapaciteit geeft aan dat de woonlasten van een meerpersoonshuishouden in onze gemeente hoger liggen dan het landelijk gemiddelde. Dit komt vooral doordat de rioolheffing hoger is dan gemiddeld. Dit laatste wordt vooral veroorzaakt door ons relatief grote buitengebied (veel kilometers riool) en daardoor onze lage woondichtheid. Dit kengetal geeft een beperkt beeld, omdat we zien dat de onbenutte belastingcapaciteit (in de onroerende zaak belasting) in onze gemeente een omvang van ruim € 5,4 miljoen heeft.