Begroting 2021-2024

07. Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang

Wat mag het kosten?

(bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Jaarrek. 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Alg. voorz Sociale dorpsteams (prg 7)

211

N

215

N

220

N

220

N

220

N

220

N

Maatschappelijk vastgoed (prg 7)

-18

V

-65

V

-84

V

-96

V

-98

V

-98

V

Recr. voorz en evenementen (prg 7)

113

N

106

N

102

N

89

N

90

N

79

N

Alg. Voorzieningen Jeugd (prg 7)

1437

N

1.324

N

1.321

N

1.324

N

1.324

N

1.325

N

Onderwijshuisvesting

3171

N

2.752

N

2.843

N

3.073

N

3.076

N

3.017

N

Resultaat

4.914

N

4.332

N

4.402

N

4.609

N

4.612

N

4.543

N

Toelichting verschillen 2021 t.o.v 2020

Bedrag
Voordeel / Nadeel
(V/N)

Incidenteel / Structureel (I/S)

Alg. Voorzieningen Jeugd
Een voordeel van per saldo € 3.000 bevat grote mutaties in de lasten en de baten. Bij het leerlingenvervoer is een nadeel van € 127.000 door een tariefstijging en toename van het aantal leerlingen. Daartegenover staat een voordeel van € 168.000 op de verdeling  van personeelslasten die  op het totaal van de begroting budgettair neutraal is.
Een nadeel van € 41.000 is het gevolg van een toename van het aantal gezinnen dat via de RDWI op indicatie een bijdrage ontvangt voor kinderopvang.
Een voordeel van per saldo € 3.000 voor overige kleine afwijkingen.

3 V


S

Onderwijshuisvesting
Een nadeel van € 92.000 op de verdeling  van personeelslasten die  op het totaal van de begroting budgettair neutraal is.
Een voordeel van per saldo € 1.000 voor overige kleine afwijkingen.

91 N

S

Overige afwijkingen kleiner dan € 25.000

18 V

Deze pagina is gebouwd op 10/13/2020 09:27:42 met de export van 10/13/2020 09:21:20